Pasen

Enkele accenten van de viering van de Goede Week. Voor wie bekoord zou worden in mij een nieuwlichter te zien, ziehier een actualisering in De Bremstruik van een eeuwenoud liturgisch gebruik op stille zaterdag.

Voor het tweede Vaticaans Concilie werden de diensten van de Goede week in de voormiddag gevierd. Na de liturgische hervorming, die bepaalde kringen in de kerk willen terugschroeven, werden de diensten naar de avond of de namiddag verschoven en kwamen de voormiddagen vrij. In religieuze gemeenschappen en abdijen werden dan de Metten en de Lauden gezongen. Psalmen en lezingen wisselen elkaar af.

Marc Lemiengre kwam op de gedachte om na de herdenking van de dood en begrafenis van Jezus, in die tussentijd de klaagzangen uit de Bijbel te actualiseren. Los van de vanzelfspre-kende aanwezigheid van God, klagen, vloeken en jammeren om het universele leed van de wereld. Je vindt de orde van dienst onder deze tekst als bijlage.

Voor de lezingen deden we een beroep op de uitstekende vertaling van Nico ter Linden uit het vijfde deel van Het verhaal gaat. We zongen de letters van het joodse alfabet als aanhef van elke klacht.

Beth: Wie vallen door het zwaard is beter af
dan zij die van honger moeten sterven.
Beter is het als graan te worden neergemaaid,
dan langzaam weg te kwijnen.
Anders zo teerhartige vrouwen
koken hun kinderen in de pot,
zij dienen hen tot voedsel,
nu mijn volk, mijn dochter ten onder gaat.

Dan volgt een opsomming van nieuwsitems die het lijden actualiseren. Het is een ervaring die we kwijt waren en liturgisch sterk is. Wij hopen dat in de vroege morgen rond acht uur op vele plaatsen dit gebruik weer ingang kan vinden.

In de voorbereiding op de reis naar Griekenland nog een tip van Geert Van Coillie die verwijst naar het hoofdstuk ‘De Treurnis van Hölderlin’ in het laatste boek van René Girard Achever Clausewitz, een visie op de verrijzenis van Jezus.

In het verlengde van de mensvisie die stelt dat de mens een wezen van oneindig verlangen is dat wordt bepaald door het verlangen van anderen, zijn er twee soorten modellen: externe en interne. Uitwendige modellen zijn het duidelijkst en het minst gevaarlijk. Je koopt schoenen zoals Urbanus, je spreekt zoals Mark Uytterhoeven, enz. De inwendige modellen, die zorgen voor de gevaarlijkste rivaliteit, zijn de mensen die je nabootst en wil overtreffen, twee professoren van dezelfde discipline, twee critici van films, twee zussen die een verschillende opvoeding aan hun kinderen geven.

Hölderlin is als dichter onderhevig geweest aan die nabootsing (gefascineerd door Goethe en Schelling) maar heeft het laatste lange deel van zijn leven, veertig jaar, in eenzaamheid in een Zimmertoren doorgebracht, een soort kluis. Daar heeft hij de inwendige strijd gevoerd  tussen de terugkeer naar de Griekse goden en de oorspronkelijkheid van Jezus. Girard schrijft over het eerst over Hölderlin maar zegt dat hij al een langdurige band met hem onderhoudt. Zijn benadering is alvast de moeite waard.

De hypothese van Girard is dat we Jezus als model kunnen kiezen om na te volgen en dat we dan kunnen spreken van intieme bemiddeling. Hij verwijst naar Augustinus die spreekt van Deus interior intimo meo. Deze intieme bemiddeling zou een ander woord zijn voor de navolging van Christus. Paulus schrijft: ‘Volg mij na want ik volg Christus na.’ Om te ontsnappen aan de slechte bemiddeling is de navolging van Jezus voorwaarde voor een gelukkige menswording.

Hier komen we in de buurt van de geniale Paulus. Girard schrijft:

« Cette prise de conscience  est plus que jamais requise, aujourd’hui que les institutions ne nous aident plus, que c’est à chacun de se transformer seul. En cela nous en sommes revenus à la conversion de Paul, à cette parole qui vient soudain le transir: « Pourquoi me persécutes-tu? » La radicalité paulinienne convient très bien à notre temps. C’est moins le héros qui « monte » vers la sainteté, que le persécuteur qui se retourne et tombe à terre. »

(Deze bewustwording is meer dan ooit noodzakelijk nu de instellingen ons niet langer helpen en het ieder van ons toekomt ons te veranderen. Zo ontmoeten we de bekering van Paulus, het woord dat hem plots doorkruist; ‘Waarom vervolgt ge mij?’ De radicaliteit van Paulus past wonderwel in onze tijd. Minder de held die naar de heiligheid ‘streeft’ dan de vervolger die zich omkeert en ter aarde valt.)

De krantenkoppen van deze stille zaterdag spreken over de beveiliging van de autobussen van De Lijn. Eén van de vele voorbeelden van instellingen die niet langer werken. Geen enkele journalist waagt een positief haalbaar voorstel?

De opstanding van Christus wordt niet als een verhaal beschreven zoals zijn lijden en sterven. We lezen alleen de getuigenissen van verschillende getuigen, waaronder vele vrouwen.

De ervaring van de ontmoeting met de verrezen Heer bij Paulus is van dezelfde aard. ‘Niet ik leef maar Christus leeft in mij.’ Intieme bemiddeling die Paulus vrij maakt van de wet, die de externe en interne bemiddelingen in de gemeenschap in goede banen moet leiden. Paulus zal zijn gemeenschappen los maken van voorbijgestreefde rituelen die de identiteit moeten vrijwaren van een particulier volk (bijvoorbeeld de besnijdenis). De God die hij verkondigt, is een universele God, een God voor alle mensen, die meteen niet langer onderscheiden worden in naties, volkeren of rassen. De manier waarop Paulus omgaat met de rivaliteit van Petrus en Apollos is exemplarisch. De verdwijning van God en de verdwijning van Jezus in zijn passieverhaal zijn de noodzakelijke voorwaarden om tot een juiste afstand te komen met het transcendente. Niet te dicht en niet te ver, zodat God nooit als rivaal van mensen verschijnt maar wel als na te volgen positief model. In die zin kunnen we spreken van redding uit de hel van de slechte wederkerigheid, de afgunst. Alle ouders van tieners kennen de hel van de wederkerigheid in de zoektocht van hun pubers naar betrouwbare modellen. Mijn tandarts vertelde hoe zijn dochter van zestien plots haar zomerschoenen moest aantrekken om aan de uitsluiting in haar klas te ontsnappen. Ze vertrok thuis met haar winterbotten maar in haar rugzak haar zomerschoenen.

De grote kwestie van onze tijd is de onderscheiding van het goede model. De intieme bemiddeling zou wel eens een antropologische vondst kunnen zijn. Dat klinkt hoogdravend in een intellectueel discours dat neerhaalt en denigreert. Men bootst Christus minder na dan dat men zich met hem identificeert. ‘Ik had honger en gij hebt mij te eten gegeven.’ De identificatie veronderstelt een groot vermogen tot mede-lijden, tot empathie. Maar tevens veronderstelt werkzame empathie een juiste afstand. Niet te nabij, niet te ver. Ik ondervind dat in elk contact met bewoners van Rustenburg. Christus navolgen door de juiste afstand met de medemens te bewaren is wegtrekken uit de mimetische spiraal: niet langer nabootsen om niet nagebootst te worden. Zou dat niet een andere omschrijving zijn van wat Paulus de vrijheid noemt van de christen?

(23 maart 2008)

BIJLAGE

Klaagliederen                    stille zaterdag                    De Bremstruik

Orde van Dienst

Blikvanger: een gebroken kruik
Verwelkoming en duiding (Marc)

Eerste nocturne
Antifoon: God mijn god waarom heb je mij verlaten(Patrick)
Psalm 21
Psalm 26
Antifoon: God mijn God waarom

Eerste lezing uit de klaagzangen
Actualiteitsflash
Muziek

Tweede nocturne
Antifoon: god mijn God
Psalm 37
Psalm 39
Antifoon

Tweede lezing uit de Klaagzangen
Actualiteitsflash
Muziek

Derde nocturne
Antifoon
Psalm 69
Psalm 93

Derde lezing uit het vierde klaaglied (p. 195 bij Nico ter Linden)
Actualiteitsflash
Muziek

Slot: Lezing uit Ezechiel: 2,8 – 3,3

Psalm 22

Zending (Patrick)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.